Transitieverhaal #2
Verliefdsfase is voorbij, en nu?
Transitie naar een duurzame Fritesketen
"De fase van verliefdheid is over en nu hebben we iets anders nodig."
Rutger de Kort
Farm Frites
Rutger de Kort werkt sinds 2017 bij Farm Frites als Duurzaamheidsmanager aan de gezamenlijke ambitie om van Farm Frites de leider op het gebied van duurzaamheid te maken in de aardappelketen, van boer tot bord. Farm Frites is een familiebedrijf dat is opgericht in 1971 en heeft naast Nederland ook teeltlocaties en fabrieken in Polen, Egypte en België.
Wat is jouw ervaring in het werken aan transities?
Ik ben 1,5 jaar geleden begonnen met het werken aan een transitie, vanaf het moment dat Farm Frites begonnen is met Groene Cirkels. Meedoen aan Groene Cirkels was voor mij bijzonder. Het is heel wisselend wat het oplevert: soms maken we ineens verrassend veel tempo en komen initiatieven heel snel van de grond en soms is er veel voorbereiding en afstemmingstijd nodig voordat een idee uitgevoerd kan worden.
Een voorbeeld van iets dat heel snel tot stand kwam is de realisatie van dat we als een bij-vriendelijk natuurgebied wat we hebben gerealiseerd op het bedrijventerrein van Farm Frites. Ik heb ervaren dat als alles op juiste moment bij elkaar komt, dat het dan soms heel snel kan gaan. In het voorbeeld van het natuurgebied heeft Wageningen University & Research (WUR) input geleverd aan onze hovenier. Daarnaast heeft iemand van het bijenlandschap naar het ontwerp van de WUR gekeken en input geleverd, zodat kennis over het inrichten van een bij-vriendelijk landschap ook meteen is meegenomen. Zo kwam er in korte tijd een ecologisch verantwoord ontwerp voor ons bedrijventerrein. Voor de hovenier was het uniek om een landschapsontwerp te maken waarbij bijen voorop stonden bij het ontwerp. Voor hem was het interessant en het leuke is dat hij er ook spin-off van heeft gehad, onder meer omdat er een artikel in een hoveniersvakblad over dit project heeft gestaan en doordat hij er presentaties over heeft gegeven op lokale ondernemersverenigingen. Zelfs familieleden van de hovenier hebben de ontwikkeling van het natuurgebied als afstudeerproject voor hun opleidingen gebruikt. Dit project is voor Farm Frites een heel bijzonder project geweest.
Een voorbeeld van een project dat meer voeten in de aarde heeft om van de grond te komen, is het verduurzamen van de akkerbouwgronden. Dat komt omdat de situatie veel complexer is. We willen als Farm Frites graag de hele keten naar een hoger plan brengen op het gebied van duurzaamheid, terwijl we te maken hebben met rond de 550 aardappeltelers die allemaal individuele ondernemers zijn. We willen graag de bodemkwaliteit verbeteren. We willen daarbij met name het gehalte organische stof verhogen, omdat daarmee zodat de bodem ook op langere termijn goed blijft. Organische stof is de verzamelnaam voor al het materiaal dat zich in de bodem bevindt, dat afkomstig is van bijvoorbeeld verse gewasresten, pas aangevoerde mest, levende bacteriën en schimmels of dode humus. Organische stof heeft een positieve invloed op alle belangrijke aspecten van bodemvruchtbaarheid. Het is niet voor niets dat sommigen organische stof het zwarte goud van de bodem noemen.
We wilden graag starten en daarom zijn we begonnen om bij een paar telers bodemmonsters te nemen, zodat we daar gerichte adviezen kunnen geven over hoe zij het gehalte organische stof en daarmee de bodemkwaliteit kunnen verbeteren. Daarnaast zijn we op sommige plaatsen begonnen met strokenteelt, door bijvoorbeeld uien naast aardappelen te telen. Mij bekruipt het gevoel dat we hiermee wat te gefragmenteerd bezig zijn, dat we niet handelen vanuit een integraal beeld. Dat geeft me het gevoel dat we nog meer zouden kunnen bereiken door structureler te verduurzamen.
Wat merk je als effect op de transities waar je aan werkt dat er tot nu toe geen Transitiecoach bij betrokken was op het gebied van systeemdenken?
We hebben met z’n allen nagedacht: hoe ziet onze keten eruit. Daar hebben we verschillende werksessie over gehad. En we hebben een sessie besteedt aan het maken van een DIN: doelen en inspanningen-netwerk. Dit hebben we gedaan om overzicht te krijgen van welke doelen we hebben, welke inspanningen daarvoor nodig zijn en welke middelen we nodig hebben om dat uit te voeren.
Achteraf gezien heb ik daar een onafhankelijke, neutrale persoon bij gemist, die af en toe zou kunnen uitzoomen met de groep en ons zou kunnen vragen: is dit het beste wat we kunnen doen? Doordat er geen Transitiecoach of Transitiemakelaar zoals Jacqueline Cramer dat zo mooi noemt bij was, vraag ik me af of we echt als groep het beste naar boven hebben gehaald. Ik heb het gevoel dat we geneigd zijn iets teveel te denken vanuit onze organisatiebelangen. We zetten niet altijd de keten en de problemen die daar spelen voorop, maar denken nog teveel in wat er voor een van de betrokken partij van belang is.
Wat heb je gemerkt op het gebied van het op gang brengen van de teamontwikkeling van transitieteams zodat het lerende teams worden die samen eigenaarschap nemen?
Daar hebben we wel stapjes in gezet door te evalueren. Binnen de cultuur van mijn hands-on organisatie is het niet gebruikelijk om te evalueren. Praten wordt in de cultuur van doeners al snel gezien als tijdsverspilling. Binnen de Groene Cirkels doen we dat wel en daar komt uit naar voren dat het wellicht belangrijk is om aandacht te besteden aan de teamontwikkeling. We hebben dit nu als groep geconstateerd en we zitten nu in het proces om na te denken hoe we dit precies gaan oppakken.
Waarom doen jullie dat niet?
We zijn gewoon begonnen en hebben er nooit over nagedacht dat er transitiecoach iets zou kunnen betekenen. De provincie Zuid-Holland heeft ons benaderd en vroeg of we mee willen doen aan Groene Cirkels. Daar waren we wel in geïnteresseerd, omdat we ons realiseerden dat we verduurzamen niet alleen voor elkaar konden krijgen. De duurzaamheidsopgaven in de aardappelsector zijn zo groot, dat kan een bedrijf niet alleen aan. We zijn een belangrijke speler in de fritesketen, we zien het daarom als een verantwoordelijkheid om er iets in te doen.
De keten begint bij het pootgoed: aardappelen poot je in de grond, dat doen de telers. In het groeiseizoen van voorjaar tot najaar groeien de aardappelen en van augustus/september tot oktober worden de aardappelen gerooid. Dan worden de aardappels direct van het land verwerkt tot frietjes in de fabriek. Het gaat hierbij om 30% van het volume. De rest van de aardappelen wordt opgeslagen. Meestal gebeurt de opslag bij de boer. De boer zorgt vervolgens voor een periodieke aanvoer van aardappelen, zodat wij het hele jaar aanvoer van aardappelen hebben. In onze fabriek in Oudenhoorn produceren we frites van de aardappelen. De frites wordt diepgevroren (tot -25 graden) en opgeslagen in het vrieshuis op de tweede Maasvlakte in Rotterdam. Daar vandaan bevoorraden we andere continenten: Latijns-Amerika, Afrika, Midden-Oosten, Azië en Australië. Het bevoorraden van Europese landen vindt plaats via wegtransport. Onze producten gaan de hele wereld over. We staan dan ook voor een interessante uitdaging om voor alle duurzaamheidsvraagstukken structurele oplossingen te vinden in een wereldwijde keten. Als familiebedrijf hebben we niet de resources in de vorm van organisatiekracht, financiële kracht, netwerk en kennis om al die aspecten alleen te kunnen aanpakken. Daarom zijn we enthousiast ingegaan op het aanbod van de Provincie Zuid-Holland.
Daar waar we enthousiast zijn begonnen, merk ik nu wel dat de eerste verliefdheid een beetje voorbij begint te gaan en het voelt alsof we nu iets anders nodig hebben naast enthousiasme om verder te komen.
Werk je daarbij met een transitiecoach: iemand die aandacht besteedt aan systeemleren (systeemdenken, transformationeel leren en innoveren)?
Vanuit de Groene Cirkel Duurzame Fritesketen werken we niet met een Transitiecoach.
Wat levert het je op dat je contact hebt met andere Transitiecoaches?
Ervaringen uitwisselen: ik kan bijvoorbeeld een casus inbrengen en bevragen hoe anderen dat oplossen. Het lijkt me ook een fijne uitlaatklep als er een team Transitiecoaches is die met elkaar de voortgang van de cirkels doorspreekt. Dat lijkt me een mooi streven om dat voor elkaar te krijgen, zodat we samen een duurzame fritesketen kunnen realiseren.
Wat heb je gemerkt op het gebied van innoveren, co-creëren met teams?
Aan Groene Cirkels meedoen is al een innovatie op zich voor een familiebedrijf. Duurzaamheid is eigenlijk nog maar vrij recent als thema op de voorgrond gekomen bij Farm Frites. Het is voor ons familiebedrijf een prachtige stap dat we ons nu kunnen meten met organisaties als Heineken en Cosun Beet Company, daarmee is deelname aan Groene Cirkels al een innovatie op zich. Het levert veel op zoals dat er voorstellen komen over nieuwe manieren van denken, dat we van subsidieregelingen horen die er zijn voor innoverende ontwikkeltrajecten waarvan de uitkomst onzeker is. De subsidiegelden helpen de kosten te dekken gedurende de ontwikkelfase. Een ander positief aspect van Groene Cirkels is dat we gemakkelijker contacten kunnen leggen met derden door het netwerk van Groene Cirkels.
Hoe ben je in aanraking gekomen met Transitiecoaching?
Uit een eerdere evaluatie met het kernteam van Groene Cirkels kwamen punten naar voren hoe de samenwerking verbeterd kon worden. Iemand noemde de rol van een Transitiecoach en dat dit was toegepast bij Heineken. Andries Olie, CSR manager van Cosun Beet Company, vond het prima als ik een kijkje in de keuken kwam nemen bij de Transitiecoaches waar de Groene Cirkel Circulaire Suikerbietenketen mee werkt. Dit is ook iets dat is ontstaan door deelname aan Groene Cirkels. Ik vind dit vooral heel bijzonder, omdat Suiker Unie onderdeel is van Cosun en daar is Aviko eveneens een bedrijfsonderdeel van. Aviko is een concurrent van Farm Frites en desondanks mag ik gewoon meedoen aan de Transitiecoaches van Groene Cirkels rond Suiker Unie. Ik vind het tekenend voor de manier van werken bij Groene Cirkels dat dit mogelijk is. Eigenlijk werken we met z’n allen aan een complexe maatschappelijke opgave (duurzaamheid). Dat is de gezamenlijke opgave, het hogere doel, en dat gaat voorbij organisatiegrenzen. Ik doe dan ook vanaf januari 2020 met plezier mee aan de opleidingen die de Transitiecoaches van Groene Cirkels Circulaire Suikerbietenketen krijgen.
Wat heb je inmiddels gedaan met de kennis die je daar op doet?
Ik heb me zelf meer verdiept in de achtergrond van transities, ik ben er tevens over gaan lezen. Ik probeer aspecten van wat ik leer mee te nemen naar de Groene Cirkel Duurzame Fritesketen. Zo probeer ik het voor elkaar te krijgen dat wij bij onze cirkel ook structureel met Transitiecoaches gaan werken. Daarnaast brengt deelname aan het team Transitiecoaches van Groene Cirkels Circulaire Suikerbietenketen me veel op het gebied van persoonlijke ontwikkeling.
Wat heb je als effect van die ontwikkelingen waargenomen?
Ik merk dat ik vooral ben gaan nadenken over dingen die ik lees en die ik herken in onze Groene Cirkel. Ik kan nu benoemen wat er gebeurt en dat maakt dat ik me nu op sommige punten bewust onbekwaam voel. Ik wil heel graag naar de volgende fase ontwikkelen: bewust bekwaam opereren in het op gang houden van de transitie die we voor ogen hebben. Het heeft me nu vooral bewustwording opgeleverd en ik denk dat ik daardoor kan signaleren wat er nog verbeterd kan worden. Wat ik nu probeer is de partners daar ook in mee te nemen.
Wat vraagt het begeleiden van transities van jouw persoonlijke leiderschap?
Het vraagt van mij vooral durven dingen te benoemen. Het is buiten mijn comfortzone om onderstromen te benoemen en om die op tafel te krijgen, laat staan dat ik dan een interventie zou plegen. Ik zou graag iets in de groep willen leggen om de groepsontwikkeling een niveau verder te krijgen, maar ben ik nog niet aan toe.
Wat zou je verder in willen ontwikkelen bij jezelf?
Competenties over het begeleiden van teamontwikkeling.